2023_OR_00022 - Retributiereglement voor administratie- en aanmaningskosten bij de invordering van openstaande schuldvorderingen - Goedkeuring

De wet van 29.07.1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen en latere wijzigingen.

De wet betreffende de gemeentelijke administratieve sancties van 24.06.2013 en latere wijzigingen.

Het decreet van 30.05.2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, en latere wijzigingen.

Het decreet lokaal bestuur van 22.12.2017, latere wijzigingen en uitvoeringsbesluiten.

Het bestuursdecreet van 07.12.2018.

De omzendbrief KB ABB 2019/2 van 15.02.2019 over de gemeentefiscaliteit.

Het antwoord van Vlaams Minister Liesbeth Homans op de vraag nr. 207 van 15.01.2018 waarin het aanrekenen van het bedrag van € 20,00 voor de administratie- en aanmaningskosten als redelijk wordt vooropgesteld.

Het vorige retributiereglement op de invordering van de fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen (05/05/2019) wordt geactualiseerd en de toepassing ervan wordt uitgebreid naar invordering van de openstaande gemeentelijke administratieve sancties. De retributie en de procedure voor de invordering van de diverse openstaande schuldvorderingen wordt gelijklopend gemaakt.

Sommige openstaande schuldvorderingen worden niet binnen de voorziene termijn betaald zodat de financieel directeur ingevolge art. 177 van het decreet lokaal bestuur tot gedwongen invordering overgaat door het verzenden van aanmaningen. De opmaak en verzending van aanmaningen legt een druk op de administratie en dit zowel logistiek als financieel. Het getuigt van behoorlijk bestuur om diegenen die laattijdig de door hen verschuldigde sommen betalen, niet neutraal te behandelen en te laten bijdragen in de hieraan verbonden kosten. Hiertoe is het wenselijk dat laattijdige betalers die het lokaal bestuur verplichten om kosten te maken ten gevolge van nalatigheid, administratie- en aanmaningskosten aan te rekenen vanaf de aangetekende verzending van de tweede aanmaning. In het kader van de uniformiteit is het wenselijk dat zowel de procedure voor de invordering van openstaande schuldvorderingen als de aan te rekenen administratie- en aanmaningskosten gelijklopend is tussen de fiscale vorderingen, niet-fiscale vorderingen en gemeentelijk administratieve sancties. De invorderingsprocedure voorziet in volgende stappen:

Voor het verzenden van de eerste aanmaning is het billijk om nog geen kosten aan te rekenen gezien de mogelijkheid bestaat dat de schuldenaar vergeten is te betalen of de schuldvordering niet ontvangen heeft. Voor de opmaak en verzending van een tweede ‘aangetekende’ aanmaning,  wordt (rekening houdende met de materiële kosten zoals papier en verzendkosten, en personeelskosten), een bedrag van 10 euro aangerekend. Bij de waarschuwing tot dwangbevel wordt een bedrag van 20 euro aangerekend. Volgens het Decreet Lokaal Bestuur, kan het college van burgemeester en schepenen of het vast bureau van OCMW een dwangbevel uitvaardigen om onbetwiste en opeisbare niet-fiscale schuldvorderingen in te vorderen. Dat dwangbevel wordt betekend bij gerechtsdeurwaardersexploot. De hieraan verbonden kosten zijn volledig ten laste van de debiteur van de openstaande schuldvordering.