Terug
Gepubliceerd op 26/01/2024

2023_GR_00175 - Limburgse RPR: samenwerkingsovereenkomst occasionele gezamenlijke opdrachten - Goedkeuring

Gemeenteraad
do 14/12/2023 - 20:30 Administratief centrum Kortessem - Raadzaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Tom Thijsen, Burgemeester; Miet Jorissen, Gemeenteraadsvoorzitter; Camille Cuyx, Raadslid; Luc Dullaers, 3de schepen; Ria Steegmans, Raadslid; Hugo Philtjens, Raadslid; Marie-Paule Vandormael, Raadslid; Philip Knapen, Raadslid; David Knapen, Raadslid; Nicole Gielen, 4de schepen; Stefan Houbrechts, Raadslid; Ellen Hoebrechts, Raadslid; Anneleen Meekers, Raadslid; Pieter Jamaer, Raadslid; Alexander Wouters, 1ste schepen; Donald Martens, 2de schepen; Cyriel Konings, Raadslid; Wendy Cox, Raadslid; Caroline Penders, Algemeen directeur

Afwezig

Steffi Philtjens, Raadslid

Secretaris

Caroline Penders, Algemeen directeur

Stemming op het agendapunt

2023_GR_00175 - Limburgse RPR: samenwerkingsovereenkomst occasionele gezamenlijke opdrachten - Goedkeuring

Aanwezig

Tom Thijsen, Miet Jorissen, Camille Cuyx, Luc Dullaers, Ria Steegmans, Hugo Philtjens, Marie-Paule Vandormael, Philip Knapen, David Knapen, Nicole Gielen, Stefan Houbrechts, Ellen Hoebrechts, Anneleen Meekers, Pieter Jamaer, Alexander Wouters, Donald Martens, Cyriel Konings, Wendy Cox, Caroline Penders
Stemmen voor 18
Ria Steegmans, Tom Thijsen, Ellen Hoebrechts, Nicole Gielen, Philip Knapen, Stefan Houbrechts, Anneleen Meekers, Pieter Jamaer, Wendy Cox, Camille Cuyx, Luc Dullaers, David Knapen, Hugo Philtjens, Marie-Paule Vandormael, Miet Jorissen, Alexander Wouters, Donald Martens, Cyriel Konings
Stemmen tegen 0
Onthoudingen 0
Blanco stemmen 0
Ongeldige stemmen 0
2023_GR_00175 - Limburgse RPR: samenwerkingsovereenkomst occasionele gezamenlijke opdrachten - Goedkeuring 2023_GR_00175 - Limburgse RPR: samenwerkingsovereenkomst occasionele gezamenlijke opdrachten - Goedkeuring

Motivering

Juridische grond

De wet van 29.07.1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen en latere wijzigingen.

De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 48.

Het decreet lokaal bestuur van 22.12.2017, latere wijzigingen en uitvoeringsbesluiten.

Het bestuursdecreet van 07.12.2018.

Besluit van de Vlaamse Regering van 20.01.2023 tot vaststelling van de minimale voorwaarden van de rechtspositieregeling van het personeel van lokale en provinciale besturen.

Toelichting & argumentatie

Aanleiding en context

Het recente Besluit van de Vlaamse Regering (BVR RPR) van 20.01.2023 biedt lokale besturen in Limburg meer flexibiliteit en autonomie in hun HR-beleid. Ook beoogt het besluit om externe mobiliteit tussen overheidsniveaus te stimuleren. Tot slot introduceert het kaderbesluit ook verschillende moderne HRM-instrumenten voor de lokale en provinciale besturen.  

Alle kenmerken van de arbeidsmarkt wijzen erop dat de “war for talent” niet zal verbeteren, met een stijging van het aantal knelpuntfuncties tot gevolg. Hierdoor stijgt het risico op zowel opwaartse druk op onze loonschalen als braindrain naar de privésector. Als nu reeds bij besturen het gevoel bestaat dat we elkaars beste collega’s van elkaar afsnoepen met betere voorwaarden, kan dit nog verergeren als elk bestuur zijn eigen verloningsbeleid zal creëren.  De Regioraad Limburg wenst de mogelijkheden van het nieuwe BVR RPR te onderzoeken met als doel de ontwikkeling van een gemeenschappelijk Limburgs kader en de daarmee samenhangende HR instrumenten.  

De Regioraad Limburg wenst gezamenlijke opdrachten te organiseren voor het uitvoeren van een onderzoek in het kader van een nieuw totaal verloningsbeleid. Hiertoe werd vastgesteld dat de besturen een gezamenlijk belang hebben omdat / omwille van:   

  • De eigenheid van de Limburgse arbeidsmarkt voor de lokale besturen, meer bepaald wat lagere fiscale inkomsten Limburgse gemeenten betreft en snellere vergrijzing;  
  • De ontwerpkosten worden gedeeld volgens een faire verdeelsleutel. Het is quasi onmogelijk om dergelijke kost alleen te dragen. Iedereen geniet van de lusten en regelt de implementatie op het ritme dat zijn huishouden past. Het ontwerp biedt structuur voor de lange termijn.  
  • De kennisdeling op vlak van modern personeelsbeleid, die een logisch gevolg is van de gezamenlijke plaatsing van de opdrachten. We besparen op lokale consultancy kosten, zowel bij de opzet als bij de implementatie.  
  • De alsmaar schaarsere middelen (VTE's en €) die we kunnen inzetten tegenover de alsmaar grotere en meer diverse vraag, die best zo efficiënt en verantwoord mogelijk worden ingezet. Het voorgestelde instrumentarium kan ons hierin ondersteunen, keuzes objectiveren. 
  • We investeren in een partnership met externe HR & markt experten in de instrumenten voor loonpositionering (benchmarking), de basis voor het nemen van korte en lange termijn beslissingen met budgettaire impact voor elk bestuur (groot of klein). 
  • We zodoende een antwoord kunnen bieden op de “war for talent”. 

Argumentatie

Volgende gezamenlijke opdrachten zijn in de eerste fase noodzakelijk om conceptueel een nieuw verloningsbeleid uit te werken:

  • Aanstellen dienstverlener i.k.v. functie- en loonhuis, inclusief de noodzakelijke HR instrumenten;
  • Aanstellen dienstverlener i.k.v. cafetariaplan;
  • Aanstellen dienstverlener i.k.v. juridische ondersteuning.

Deze gezamenlijke opdrachten hebben tot doel te komen tot de ontwikkeling van een conceptueel gemeenschappelijk Limburgs kader waarvan alle deelnemende besturen (partijen) eigenaar zijn.

Middels de samenwerkingsovereenkomst worden duidelijke afspraken gemaakt voor de verdere organisatie van deze gezamenlijke opdrachten.

Het vervolgtraject kan bestaan uit de aanstelling van een dienstverlener ter ondersteuning bij de implementatie van een bepaald model binnen het lokaal / provinciaal bestuur.

Het vervolgtraject kan desgevallend tevens via één of meer occasionele gezamenlijke opdrachten georganiseerd worden. De afspraken daarover zullen in een bijakte aan de samenwerkingsovereenkomst overeengekomen worden.

Stad Hasselt zal optreden als penhouder en staat in voor de opmaak van de opdrachtdocumenten, van het selectieverslag/verslag van nazicht van de offertes, …. De deelnemende lokale besturen dienen wel de selectie/gunningsbeslissing door hun eigen bevoegde organen te laten goedkeuren. Er wordt een boeteclausule voorzien voor het geval dat een partij deze samenwerkingsovereenkomst na ondertekening alsnog wenst te beëindigen.

Aangezien het aantal partijen van deze samenwerkingsovereenkomst nog niet vaststaat en de overeenkomst dus nog niet gefinaliseerd kan worden, wordt het ontwerp ervan ter goedkeuring voorgelegd. De finalisering van de samenwerkingsovereenkomst betreft enkel de toevoeging van alle deelnemende partijen.

Aangezien het aantal deelnemers wel gevolgen heeft voor de respectievelijke financiële bijdrage van de deelnemende (lokale / provinciale) besturen, wordt er een voorbehoud geformuleerd dat een  bestuur zich pas verbindt om de definitieve versie van de samenwerkingsovereenkomst te ondertekenen wanneer tegen uiterlijk 31 december 2023 is komen vast te staan dat er minimum 20 dan wel minimum 30 (lokale / provinciale) besturen deelnemen aan deze samenwerkingsovereenkomst.

Er wordt voorgesteld om over te gaan tot ondertekening van de definitieve samenwerkingsovereenkomst indien er minimum 20 deelnemende partijen zijn.  

De gemeenteraad wordt gevraagd het ontwerp van samenwerkingsovereenkomst occasionele gezamenlijke opdrachten in het kader van een Limburgse rechtspositieregeling goed te keuren en over te gaan tot ondertekening van de definitieve samenwerkingsovereenkomst indien er minimum 20 deelnemende partijen zijn. 

Besluit

De gemeenteraad beslist:

Artikel 1

De gemeenteraad keurt bijgevoegd ontwerp van samenwerkingsovereenkomst occasionele gezamenlijke opdrachten goed. Deze samenwerkingsovereenkomst wordt nog gefinaliseerd door toevoeging van de deelnemende partijen.

Artikel 2

De gemeenteraad keurt goed dat overgegaan wordt tot ondertekening van de definitieve versie van deze samenwerkingsovereenkomst op voorwaarde dat tegen uiterlijk 31.12.2023 minimum 20 partijen aansluiten bij deze samenwerkingsovereenkomst op basis van een goedkeuringsbesluit van het bevoegde orgaan van de deelnemende partijen.