De wet van 29.07.1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen en latere wijzigingen.
De nieuwe gemeentewet, meer beepaald artikel 117.
Het decreet lokaal bestuur van 22.12.2017, latere wijzigingen en uitvoeringsbesluiten.
Het bestuursdecreet van 07.12.2018.
Het decreet van 27.03.1991 betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding (verder genoemd decreet rechtspositie personeel gesubsidieerd onderwijs), hoofdstukken Vbis en Vter.
Er zijn nieuwe modellen van functiebeschrijvingen beschikbaar voor alle ambten in het onderwijs.
Bij het opmaken van een functiebeschrijving moet rekening gehouden worden met de algemene afspraken die ter zake op niveau van de scholengemeenschap zijn gemaakt:
In het besluit worden de afspraken meer gespecifieerd.
Er werd een protocol van akkoord bereikt in het OCSG van de scholengemeenschap van 17.02.2022.
Er werd een protocol van akkoord bereikt in het ABOC van 03.05.2022.
De gemeenteraad wordt gevraagd de algemene afspraken goed te keuren.
§1 De directeur wordt aangeduid als eerste evaluator voor alle gesubsidieerde personeelsleden aangesteld in een wervingsambt in zijn instelling.
§2 De algemeen directeur wordt aangeduid als tweede evaluator voor alle gesubsidieerde personeelsleden in wervingsambten.
§3 De directeur wordt aangeduid als eerste evaluator voor alle gesubsidieerde personeelsleden aangesteld in een ander bevorderingsambt of in een selectieambt.
§4 De algemeen directeur wordt aangeduid als tweede evaluator voor alle gesubsidieerde personeelsleden in een ander bevorderingsambt dan dat van directeur of in een selectieambt.
§5 De algemeen directeur wordt aangeduid als de evaluator van de directeur(s).
§1 De tweede evaluator bewaakt het proces, bewaakt de kwaliteiten en waakt over de objectiviteit en de eenvormigheid van de evaluaties over de personeelsleden heen.
§2 Voor de evaluatoren wordt in het kader van het voeren van functionerings- en evaluatiegesprekken een opleiding voorzien zodat de evaluator voldoende competent is om met kennis van zaken en op een objectieve evenwichtige manier een oordeel uit te spreken over het presteren van het personeelslid. Daartoe wordt bij OVSG+ ingeschreven voor de opleiding van evaluatoren.
§1 De (eerste) evaluator nodigt het personeelslid (mondeling/per brief/per email) uit voor een eerste formeel functioneringsgesprek. Hij kondigt dit minimaal 10 werkdagen op voorhand aan.
§2 Het personeelslid kan (mondeling/per brief/per email) een functioneringsgesprek vragen. Het gesprek vindt plaats binnen een redelijke termijn na de vraag. De datum van het gesprek wordt bepaald door de (eerste evaluator).
§3 Van het eerste formeel functioneringsgesprek wordt door de (eerste) evaluator een verslag opgemaakt conform het model van OVSG. Dit verslag wordt ondertekend door de (eerste) evaluator en ter ondertekening voor ontvangst aan het personeelslid voorgelegd. Het verslag wordt bewaard in het evaluatiedossier dat beheerd wordt door de (eerste) evaluator.
§4 De (eerste) evaluator houdt de coachingshistoriek bij conform het model van OVSG.
§1 De (eerste) evaluator nodigt het personeelslid (mondeling/per brief/per email) uit voor een evaluatiegesprek. Hij kondigt dit minimaal 10 werkdagen op voorhand aan.
§2 De evaluatie wordt uitgevoerd op basis van volgende evaluatiecriteria die aansluiten bij de functiebeschrijving en bij de doelstellingen van de onderwijsinstelling en het schoolbestuur, die opgenomen werden in het pedagogisch project en schoolwerkplan.
§3 De (eerste) evaluator bepaalt het tijdstip van het evaluatiegesprek en deelt dit minimaal 10 werkdagen op voorhand (mondeling/per brief/per email) mee.
§4 De (eerste) evaluator stelt het evaluatieverslag op conform het model van OVSG. Dit verslag wordt bewaard in het evaluatiedossier.
§1 De (eerste) evaluator zorgt voor de informatiedoorstroming naar het schoolbestuur en desgevallend naar de tweede evaluator.