De wet van 29.07.1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen en latere wijzigingen.
De wet van 26.05.2002 betreffende recht op maatschappelijke integratie.
Het decreet lokaal bestuur van 22.12.2017, latere wijzigingen en uitvoeringsbesluiten.
Het bestuursdecreet van 07.12.2018.
Elke persoon heeft recht op maatschappelijke dienstverlening. Deze heeft tot doel eenieder in de mogelijkheid te stellen een leven te leiden dat beantwoordt aan de menselijke waardigheid.
Om gerechtigd te zijn op maatschappelijke integratie moet de persoon tegelijkertijd aan een aantal voorwaarden voldoen:
In geval de aanvrager samenwoont met één of meer meerderjarige ascendenten en/of descendenten van de eerste graad, kan het gedeelte van de bestaansmiddelen van ieder van die persoon dat het bij wet bepaalde bedrag te boven gaat, geheel of gedeeltelijk in aanmerking genomen worden; bij de toepassing van deze bepaling moet aan de aanvrager en zijn meeerderjarige ascendenten en/of descendenten van de eerste graad het bij wet bepaalde bedrag leefloon worden toegekend.
Aangezien de wet primeert op een princiepsbeslissing, is deze niet rechtsgeldig en wordt dit OCMW-besluit ingetrokken en niet langer toegepast.
De Raad voor Maatschappelijk Welzijn zet de de princiepsbeslissing met betrekking tot het in rekening nemen van de bestaansmiddelen van de samenwonende, stop.