De wet van 29.07.1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen en latere wijzigingen.
Het decreet lokaal bestuur van 22.12.2017, latere wijzigingen en uitvoeringsbesluiten.
Het bestuursdecreet van 07.12.2018.
De notulen van de OCMW-raad van 26.02.2021 worden ter goedkeuring aan de OCMW-raad voorgelegd.
De notulen van de OCMW-raad van 26.02.2021 worden goedgekeurd.
De Financieel directeur dient minstens éénmaal per jaar in volle onafhankelijkheid te rapporteren aan de OCMW-raad, over de uitvoering van haar taak van voorafgaande controle van de wettigheid en regelmatigheid van de voorgenomen beslissingen.
Zij dient een afschrift van dat rapport ter beschikking te stellen aan het vast bureau, de Algemeen directeur en de externe auditcommissie.
De Financieel directeur legt een rapport voor van alle dossiers waarvoor bij haar een visum werd aangevraagd in 2020.
De wet van 29.07.1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen en latere wijzigingen.
Het decreet lokaal bestuur van 22.12.2017, latere wijzigingen en uitvoeringsbesluiten.
Het bestuursdecreet van 07.12.2018.
De Raad voor Maatschappelijk Welzijn neemt kennis van het rapport van de financieel directeur inzake de voorafgaande controle van de wettigheid en de regelmatigheid van de voorgenomen verbintenissen gedurende het dienstjaar 2020.
Om de werking van de crisiswoning in Kortessem te optimaliseren, dient de huidige verblijfsovereenkomst en de werking van de crisiswoning regelmatig aangepast/bijgestuurd te worden. Volgende aanpassingen werden in de huidige verblijfsovereenkomst opgenomen:
Er is een een 'begeleidingsplan' als document opgemaakt om het traject, aangepast aan de situatie van de gebruiker, schriftelijk vast te leggen zodat zowel de gebruiker als het OCMW elke stap kan volgen, bijsturen en beoordelen. Er wordt op die manier ook duidelijk gemaakt aan de gebruiker wat het OCMW van hem/haar verwacht.
De sociale dienst doet inspanningen om de gebruiker te helpen zoeken naar een oplossing voor zijn/haar huisvestingsprobleem. Maar er wordt tegelijk ook nagegaan welke stappen er moeten ondernomen in alle relevante levensdomeinen om de probleemsituatie te kunnen opheffen. Het traject wordt schriftelijk vastgelegd zodat de afspraken voor alle partijen duidelijk zijn.
Dit begeleidingsplan zal 2-wekelijks geëvalueerd worden. Alleen een doorgedreven en intensieve zoektocht naar een andere oplossing en het correct opvolgen van de richtlijnen (m.b.t. de verschillende levensdomeinen) maken immers mogelijk dat het probleem wordt opgeheven.
Het is dan ook mogelijk dat het OCMW de hulpverlening kan stopzetten indien de gebruiker de afspraken, opgenomen in het begeleidingsplan en in de verblijfsovereenkomst, niet nakomt.
Indien er problemen zijn, wordt de gebruiker hier eerst mondeling over aangesproken. Indien dit geen verbetering met zich mee brengt, zal het probleem door de maatschappelijk assistent schriftelijk aan de gebruiker gemeld worden (via brief of e-mail). Indien dit ook geen soelaas brengt, zal men nog een tweede brief schrijven met de mededeling dat men de hulpverlening vroegtijdig kan stopzetten indien men de afspraken, opgenomen in het begeleidingsplan, niet nakomt. Daarna kan het Bijzonder Comité van de Sociale Dienst beslissen om de hulpverlening stop te zetten.
Het begeleidingsplan zal opgemaakt worden nadat het BCSD een beslissing heeft genomen omtrent het verblijf in de crisiswoning.
Er wordt van de gebruiker verwacht dat schade/defecten aan de woning onmiddellijk gemeld worden aan de maatschappelijk assistent.
Dit werd sowieso al van de gebruikers verwacht en wordt ook steeds mondeling meegedeeld. Het stond echter nog niet expliciet beschreven in de verblijfsovereenkomst. Door dit heel duidelijk te stellen willen we bekomen dat, bij defecten aan de woning, er tijdig kan ingegrepen worden en er herstellingen gedaan kunnen worden alvorens de situatie verergert. (bv: een lekkende kraan die niet wordt hersteld waardoor de waterfactuur naar omhoog gaat.)
Aanpassing verblijfsvergoeding n.a.v. de jaarlijkse huurprijsberekening van Cordium:
Conform artikel 8 van de huurovereenkomst die afgesloten werd tussen OCMW Kortessem en Cordium, wordt de huur voor de woongelegenheid, gelegen op de Boomgaardstraat 42 Te Kortessem, geïndexeerd op de verjaardag van de huurovereenkomst. De totale huur te betalen vanaf 01.01.2021 bedraagt € 531,48 per maand.
Motivering: zie huidige verblijfsovereenkomst hoofdstuk 5, artikel 8:
Overeenkomstig artikel 98§1 van de OCMW-wet wordt de maandelijkse bijdrage van de verzoeker (zijnde de verblijfsvergoeding) in de kosten van maatschappelijke dienstverlening bepaald op 90% van de werkelijke huurwaarde van de ter beschikking gestelde woongelegenheid. De werkelijke huurwaarde is gelijk aan de huurprijs die het OCMW zelf als maandelijkse huurprijs aan de hoofdhuurder dient te betalen.
Indien de werkelijke huurwaarde wijzigt ten gevolge van de jaarlijkse indexering, zal het OCMW deze aanpassing aan de gebruiker doorrekenen in de maandelijkse verblijfsvergoeding. Het OCMW zal de gebruiker schriftelijk van de wijziging van de verblijfsvergoeding ten gevolge van de jaarlijkse indexering in kennis stellen.
Toevoeging aan artikel 8 i.k.v. de bijdrage van de begunstigde: "Indien de verzoeker aangeeft dat deze de verblijfskosten van de crisiswoning niet kan betalen, zal er een financieel onderzoek gedaan worden en wordt er, indien nodig, een uitzondering aangevraagd aan het BCSD. Er zal dan aan de hand van de financiële toestand van de verzoeker een aangepaste verblijfsvergoeding aangevraagd worden."
De verblijfsvergoeding van de crisiswoning werd bepaald op 90% van de werkelijke huurprijs dat het OCMW betaalt aan Cordium. De reden waarom er bij de opstart van de crisiswoning voor deze optie werd gekozen was dat de verblijfsvergoeding hoog genoeg diende te liggen om de gebruikers in kwestie te kunnen motiveren om te zoeken naar een andere woning. Indien de verblijfsvergoeding te laag zou zijn, zou immers het risico bestaan dat de gebruikers 'te comfortabel' zouden leven in de crisiswoning waardoor ze er langer zouden willen verblijven dan nodig.
Echter, indien er een persoon in de crisiswoning terecht komt die financiële problemen heeft en/of een zeer laag inkomen, dan bestaat de kans dat deze de middelen niet heeft om de verblijfsvergoeding te kunnen betalen. Het is niet de bedoeling dat deze mensen hierdoor op straat belanden of meteen in de schulden terecht komen.
Daarom willen we voorstellen om de huidige verblijfskosten aan te houden maar wel de mogelijkheid toe te voegen aan de verblijfsovereenkomst om af te wijken van deze bedragen.
Toevoeging aan artikel 8 i.k.v. de bijdrage van de begunstigde: "De eerste week (7 kalenderdagen) van het verblijf in de crisiswoning zijn kosteloos. Vanaf de 8ste dag zullen de verblijfskosten aangerekend worden."
Indien mensen in de crisiswoning terecht komen, is dit voornamelijk vanuit een crisissituatie. Vaak is het dan niet het moment om met de personen in kwestie alle info m.b.t. het verblijf in de crisiswoning te overlopen of is hier simpelweg geen tijd voor. Om de mensen de kans te geven om even te bekomen, willen we daarom voorstellen dat de gebruikers de 1ste 7 dagen kosteloos in de crisiswoning kunnen verblijven. De gebruikers krijgen vervolgens na enkele dagen de uitgebreide uitleg wat betreft de werking en de kosten van de crisiswoning. Indien zij op dat moment niet akkoord gaan met bijvoorbeeld de verblijfskosten, dan kunnen zij de woning alsnog verlaten.
In de verblijfsovereenkomst in bijlage staan bovenstaande aanpassingen in het geel gemarkeerd.
De wet van 29.07.1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen en latere wijzigingen.
Het decreet lokaal bestuur van 22.12.2017, latere wijzigingen en uitvoeringsbesluiten.
Het bestuursdecreet van 07.12.2018.
De Raad voor Maatschappelijk Welzijn keurt de aanpassingen binnen de 'Verblijfsovereenkomst crisiswoning' goed:
Dit besluit wordt overgemaakt aan de sociale dienst voor verder opvolging.
Gezien de sluiting van het gemeentelijk recyclagepark, dienen de afspraken in het huishoudelijk reglement van de klussendienst aangepast te worden.
Afval recyclagepark:
Eerste wijziging is het vast aanrekenen van een volledig uur voor het transport naar het recyclagepark. De Wroeter moet nu naar naburige gemeenten om het afval weg te brengen, dit kost meer in tijd. Tot nog toe werd een vast half uur aangerekend.
Tweede wijziging brengt mee dat nu bijkomend betaald zal moeten worden per kg afval. Dit is een must, aangezien er naar andere recyclageparken moet uitgeweken worden. De vaste kosten per kg, per soort afval, worden in het huishoudelijk reglement opgenomen.
Poetsen van graven:
In 2020 werden er een aantal vragen gesteld in verband met het poetsen van graven. Er werd een vaste prijs opgesteld van € 13,00 per graf, maar uit de praktijk is gebleken dat het verschil tussen de graven zo groot is dat er beter een uurprijs wordt aangerekend.
Het nieuw reglement is van toepassing vanaf 01.03.2021.
De Raad voor Maatschappelijk Welzijn wordt gevraagd de voorgestelde wijzigingen in het huishoudelijk reglement, met betrekking tot het transport, van en naar het omliggend containerpark, en het aanrekenen van een prijs per kg afval, alsmede de wijziging van de prijs voor het poetsen van een graf goed te keuren.
De wet van 29.07.1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen en latere wijzigingen.
Het decreet lokaal bestuur van 22.12.2017, latere wijzigingen en uitvoeringsbesluiten.
Het bestuursdecreet van 07.12.2018.
De Raad voor Maatschappelijk Welzijn neemt kennis van de voorgestelde wijzigingen binnen het huishoudelijk reglement, omtrent het vervoer van afval en de bijkomende aanrekening per kg afval, alsmede de prijswijziging met betrekking tot het poetsen van graven, en keurt het goed. Het nieuw reglement zal vanaf 01.03.2021 toegepast worden.
In het kader van de intergemeentelijke samenwerking opvoedingsondersteuning, wordt er jaarlijks een bijdrage betaald aan het Huis van het Kind Haspengouw. Met deze bijdrage wordt er een gepast aanbod uitgewerkt naar kinderen en gezinnen rond bepaalde thema's en opvoedingsvragen.
In bijlage staat het werkingsverslag van 2020 en een document met concrete cijfergegevens van activiteiten die gedaan zijn voor Kortessem.
Omwille van corona waren er geen fysieke activiteiten mogelijk en liggen de cijfers lager dan andere jaren. In 2021 is het de bedoeling om verder te werken om het Huis van het Kind terug te activeren binnen Kortessem. Zo is het bijvoorbeeld de bedoeling om het Huis van het Kind opnieuw voor te stellen binnen de Kortessemse scholen en te bekijken welke vragen of thema's daar leven zodat daar op ingespeeld kan worden. In mei is ook de week van de opvoeding die dit jaar wordt omgetoverd naar de week van de GROEI-lamp. Ook daar kan er gezocht worden naar hoe we dit binnen Kortessem kunnen vormgeven.
De minimale bijdrage per lokaal bestuur is € 6.000,00 en de bijdrage wordt jaarlijks geïndexeerd. Voor 2021 komen we daardoor op een bedrag van € 6.545,00. Dit bedrag dient uitbetaald te worden aan vzw De Hummeltjes, die de coördinatie op zich neemt van het Huis van het Kind Haspengouw.
De Raad voor Maatschappelijk Welzijn wordt gevraagd zich akkoord te verklaren met de onkostennota betreffende het Huis van het Kind Haspengouw, ten bedrage van € 6.545,00, in het kader van de intergemeentelijke samenwerking opvoedingsondersteuning.
De wet van 29.07.1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen en latere wijzigingen.
Het decreet lokaal bestuur van 22.12.2017, latere wijzigingen en uitvoeringsbesluiten.
Het bestuursdecreet van 07.12.2018.
Het besluit van 13.12.2019 Opvoedingswinkel Haspengouw - bijdrage 2020.
De Raad Maatschappelijk Welzijn gaat akkoord met de onkostennota betreffende het Huis van het Kind Haspengouw ten bedrage van € 6.545,00, in het kader van de intergemeentelijke samenwerking opvoedingsondersteuning.
Een afschrift van dit besluit wordt overgemaakt aan de Financieel directeur, aan de Coördinator van de BKO en aan de Coördinator van het Huis van het Kind Haspengouw.