Context
Volgens artikel 41, eerste lid van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, kan de gemeenteraad (resp.de raad voor maatschappelijk welzijn) aan aantal bevoegdheden toevertrouwen aan het college van burgemeester en schepenen (resp. vast bureau), behalve voor wat betreft de bevoegdheden die uitdrukkelijk niet kunnen worden toevertrouwd aan het college van burgemeester en schepenen (resp. vast bureau), opgesomd in het tweede lid van datzelfde artikel.
De bevoegdheden met betrekking tot het organogram, de personeelsformatie en de rechtspositieregeling behoren niet meer tot de exclusieve bevoegdheden van de gemeenteraad (resp. de raad voor maatschappelijk welzijn) en kunnen gedelegeerd worden naar het college van burgemeester en schepenen (resp. vast bureau).
Ook de bevoegdheid tot het vaststellen van reglementen betreffende personeelsaangelegenheden (arbeidsreglement, regeling aangaande structureel thuiswerk, ...) en het vaststellen van de inhoud van het begrip 'dagelijks personeelsbeheer' kunnen aan het college van burgemeester en schepenen (resp. vast bureau) gedelegeerd worden.
Argumentatie
Het vaststellen van de reglementen betreffende personeelsaangelegenheden, het vaststellen van de inhoud van het begrip 'dagelijks personeelsbeheer' en het jaarlijks vaststellen van de compensatiedagen en het collectief verlof zijn bevoegdheden van interne organisatie dewelke zich eerder situeren op het operationele niveau en inhoudelijk meer aansluiten bij de werkzaamheden van het college van burgemeester en schepenen (resp. vast bureau). Om op een vlotte manier te kunnen (bij)sturen wat de interne organisatie en dagelijkse werking betreft is het bovendien wenselijk om snel te kunnen handelen en om eventuele wijzigingen op relatief korte tijd te kunnen realiseren. Door een delegatie van deze bevoegdheden zal de werking van de organisatie versoepelen en kunnen beleid en administratie sneller schakelen en tot oplossingen komen.
In het managementteam van 25.11.2021 en het vast bureau van 2.12.2021 werd het voorstel tot delegatie van bovengenoemde bevoegdheden goedgekeurd.
De raad voor maatschappelijk welzijn wordt gevraagd om de volgende bevoegdheden te delegeren aan het vast bureau:
Het vaststellen van de rechtspositieregeling, het organogram en het personeelsbehoefteplan blijven voorlopig de bevoegdheid van de raad voor maatschappelijk welzijn.
De wet van 29.07.1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen en latere wijzigingen.
Het decreet lokaal bestuur van 22.12.2017, latere wijzigingen en uitvoeringsbesluiten.
Het bestuursdecreet van 07.12.2018.
Het besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 24.10.2017 houdende de goedkeuring van de rechtspositieregeling.
Het besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 19.12.2017 houdende de goedkeuring van het arbeidsreglement.
Het besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 18.12.2018 houdende de vatstelling van het begrip 'dagelijks personeelsbeheer'.
Het besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 10.09.2021 houdende de goedkeuring van het personeelsbehoefteplan en het aangepast organogram.
Het vast bureau wordt bevoegd voor de vaststelling van het arbeidsreglement en andere reglementen aangaande personeelsaangelegenheden en de organisatie van het werk (bv. het structureel thuiswerk).
Het vast bureau wordt bevoegd voor de vaststelling van het begrip 'dagelijks personeelsbeheer'.
Het vast bureau wordt bevoegd voor de jaarlijkse vaststelling van de compensatiedagen en het collectief verlof.
De raad voor maatschappelijk welzijn blijft voorlopig bevoegd voor de vaststelling van de lokale rechtspositieregeling, het organogram en het personeelsbehoefteplan.
Bovengenoemde delegatie gaat in vanaf heden.